Ik (Maarten) en een vriend van me hadden een “missie”. We wilden zoogdieren zien en het liefst de allergrootste. Daarom kozen we begin juli voor een vakantiebestemming waar die kans groot is: Slovenië.

Op de grens met Kroatië ligt een bosgebied dat zich helemaal uitstrekt tot Griekenland. Het is hiermee het grootste aaneengesloten bosgebied van Europa. Een ideaal leefgebied voor grote zoogdieren. Tijdens onze wandelingen, waar we eerder door het bos sluipen dan wandelen, zien we overal sporen van edelherten, in de vorm van pootafdrukken. Heel soms zien we forse stenen die omgekeerd zijn, zonder verdere aanwijzingen. Korstmossen op de boomstammen verraden de schone lucht.  

Naast ongerepte natuur is er ook ongerepte landbouw, voor zover daar sprake van kan zijn.Heel kleinschalig landgebruik in de vorm van akkertjes en hooilandjes tekenen zich af als een mozaïek van groen en gele kleurenpatronen in het landschap. Deze vorm van landgebruik maakt het een uitermate geschikt gebied voor allerlei diersoorten die we hier in Nederland maar al te graag krijgen of willen behouden. Landbouw en natuur gaan hier nog hand-in-hand en het landbouwgebied is ook grotendeels begrensd als Natura-2000-gebied.

Zoogdieren zijn overdag nauwelijks te bespeuren. Pas ’s avonds als het schemert wanen ze zich veilig genoeg en komen ze tevoorschijn. We krijgen de tip om dan met de auto rondes te rijden over asfaltweggetjes, want dat rijdt geruisloos met daardoor een grotere kans dat het wild nog aanwezig is. En met resultaat: tientallen reeën, vossen, edelherten en soms dassen nemen we waar vanuit onze veilige plek in de auto. Eén keer gaat instinctief onze hartslag omhoog als we door de verrekijker een silhouet zien. Dat moet wel een wolf zijn, zeggen we zowat tegelijk. Maar zeker weten doen we het niet.  

De grootste bosbewoner blijkt een meester te zijn in verstoppen. Hiervoor moeten we toch echt wel op tour met een jager. Vanuit een jagershoogzit kijken we neer op een veldje in het bos. Uiteindelijk wordt ons geduld beloond, een moederbeer en haar twee cubs komen tevoorschijn. We zien hoe enorm waakzaam ze is over haar jong, om de paar seconden neemt ze de geur van de omgeving op. Dat de hoogzit zo veel mogelijk geur- en geluidsdicht is gemaakt zorgt ervoor dat we de beren urenlang ongestoord mogen bespieden. En het raadsel van de omgedraaide stenen wordt voor onze ogen opgelost als we zien hoe de beren hun voedsel zoeken en vinden.

Uit documenten over de jachtrechten is bekend dat de bruine beer (Ursus arctos arctos) in Nederland in ieder geval tot in de 11de eeuw in het wild voorkwam. Op naar de Big Six in Noord-Brabant?