Een kleine levende tuin
Toen wij drie jaar geleden in een nieuwbouwhuis kwamen wonen wist ik al precies hoe de tuin eruit moest komen te zien. Ten opzichte van de nog kale wijk, moest onze tuin het tegenovergestelde uitstralen. Het moest een levendige tuin worden met veel groen en weelderige bloemen. De oppervlakte van de tuin is 100m2. Trek daar het terras aan huis en een zitgelegenheid met overkapping en opbergruimte achterin de tuin vanaf en dan is er welgeteld 25m2 over voor het biotoopje dat ik wilde creëren. Het terras aan huis is gebouwd op een vlonder met daaronder grind en daardoor waterdoorlatend. Het regenwater dat op de overkapping valt wordt geleid naar een regenton en het overtollige water belandt eveneens in de tuin. Op deze manier is de tuin 100% waterproof!
Voordat we begonnen met de aanplant van het groen hebben we de bodem verbeterd. De bodem is namelijk de basis van een levende tuin. De bouwgrond is vervangen door goede grond. Vervolgens hebben we een mix van heel veel regenwormen losgelaten. Ten slotte konden de vaste planten, bloemenmengsels, heesters en een boom(pje) erin. Daarnaast wilde ik nog een stukje gras. Gewoon om lekker op te liggen in de zomer, maar ook voor de droogmolen. Het lente- en zomergevoel wordt voor mij versterkt wanneer ik kleding en het beddengoed zie wapperen in de wind. Ik kan daar zo van genieten!
Het groen in de tuin is volledig gericht op bijen, hommels, vlinders, insecten en vogels. Daarbij heb ik planten gekozen die elkaar gedurende het hele jaar opvolgen in de bloeiperiode. Aan het eind van het jaar bloeit de winterheide, gevolgd door de maagdenpalm in januari en februari. De maanden daarop worden gevuld met bloemen van de kattenkruid, vlambloem, de bloesem van de boom (sierkers), wilde marjolein (oregano), salie, kattenstaart, vlinderstruiken, ijzerhard, lavendel, bosanemoon, zonnehoed en de afsluiter in het najaar is de herfstaster. Kortom, de tuin staat in bloei in verschillende seizoenen en biedt nectar van het vroege voorjaar tot laat in de herfst. Het wemelt van de insecten, slakken, padden, vlinders, bijen, hommels, vogels en muisjes.
Wanneer het kouder en natter wordt en alles wel zo’n beetje is uitgebloeid bieden de uitgebloeide bloemen zaden voor de vogels. De putters zien we eens per jaar wanneer ze de zaden van de zonnehoed komen opsnoepen. De tuin laat ik verder met rust. Dorre stengels blijven staan en de bladeren en afgestorven plantendelen blijven liggen. Dit vormt een natuurlijke bescherming voor de plantenwortels tegen vorst en is in het voorjaar veranderd in supervruchtbare compost. Bovendien biedt een rommelige wintertuin voedsel en schuilmogelijkheid voor allerlei soorten beestjes. En als het vriest, fungeren die beestjes weer als extra voedselvoorraad voor vogels.
Verder krijgen de vogels in de winter en het voorjaar extra voedsel in de vorm van vetblokken, pinda’s, vetbollen en zaad. Afgelopen voorjaar hadden we een nestje koolmeesjes en deze familie blijft in de buurt van onze tuin. Ze hebben het er goed denk ik. Zij trekken op hun beurt weer vele andere vogels aan die in de winter maar al te graag komen eten. Een mooi gezicht, leven in de tuin, ook in de winter!